Voorheen De Haakse Zeedijk, een initiatief van Rob van den Haak en Dick Butijn

VAN PLAN NAAR BESLUIT

In 2019 is de Tweede Kustlijn officieel in beeld gekomen als één van de oplossingen om Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijging. Dit gebeurde na de instelling van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Dit programma vormt de aanloop naar besluiten van de overheid. Ons plan wil Nederland beschermen door de aanleg van een Tweede Kustlijn. Op zo’n 25 kilometer in zee spuiten we eerst een aantal eilanden op. Met behulp van de zeestroming en het altijd aanwezige zand in het Noordzeewater breiden de eilanden zich in noordwaartse richting uit. Dit aanslibbingsproces stimuleren we met drijvende stuurbare golfdempers die we 5 km westwaarts van de eilanden in zee plaatsen. Zij dempen de hoge golven waardoor de zandaanwas op de eilanden wordt bevorderd. ‘Bouwen met de natuur’ is de ingenieurskunst van nu. De eilanden worden daarna met dammen, deels voorzien van uitwateringssluizen en pompen, met elkaar verbonden tot een nieuwe kustlijn, van Walcheren tot Den Helder.

Nederland overspoeld

De oplossing ligt ‘Zeewaarts’

Op initiatief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris onderzoekt het Kennisprogramma Zeespiegelstijging de meest kansrijke beschermingsmogelijkheden. Die zijn geïnventariseerd door Deltares, het kennisinstituut voor water en bodem. Klimaatonderzoek geeft aan dat de zeespiegel in 2100 waarschijnlijk tussen de 0,3 en 1 meter zal stijgen. Bij een ongunstige samenloop van omstandigheden moeten we rekening houden met een stijging van 2, misschien wel 3 meter in 2100. De ‘oplossingsrichting Zeewaarts’ bestaat uit een hoog gelegen nieuwe kuststrook in zeewaartse richting met tussen de huidige en de nieuwe kust een aantal bufferbekkens op een peil van 0 NAP, waarin de rivieren vrij kunnen uitstromen, dit alles met als voornaamste doel de veiligheid te vergroten. Tegelijkertijd wordt ook nieuwe ruimte gecreëerd voor wonen, economie, recreatie, natuur en groene energie. De Tweede Kustlijn is de meest bekende variant van ‘Zeewaarts’. Dit plan bouwt voort op de ideeën van ir. Dick Butijn en ing. Rob van den Haak (†2019), die er de naam De Haakse Zeedijk aan gaf. Meer over de Tweede Kustlijn:   Bouwen met de natuur Grote waterstaatkundige werken uitvoeren doen we tegenwoordig niet meer louter met beton en basalt. We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van de natuurlijke elementen: ‘ bouwen met de natuur’. De bedenker van de Tweede Kustlijn, ing. Rob van den Haak, kende de geheimen van zeestromingen en zandmigratie. Zijn loopbaan als ontwerper van mammoet-ankers en zijn bestudering van de effecten op zee waren daarvoor zijn leerschool. Het plan voor de Tweede Kustlijn wil vanaf het begin gebruik maken van de zandstroom die langs onze kust trekt, met inzet van materieel dat emissievrij kan bouwen. Ook voor het onderhoud aan de nieuwe kustlijn kunnen natuurlijke krachten grotendeels het werk doen: boetseren met stroming en zand. Voor de aanleg van de Tweede Kustlijn worden in het onderhanden kustgedeelte stuurbare, drijvende golfdempers  opgesteld, die golven tot de helft van hun oorspronkelijke   hoogte dempen. Daarmee kan op natuurlijke wijze zand door de zee worden aangevoerd. Het bouwproces start met het opspuiten van een zandrif met een totale hoogte van 33 meter (onder water plusminus 20 meter). Rekening houdend met een zeespiegelstijging op lange termijn van 8 meter. Dit rif erodeert aan de voorzijde tot strand. De hypothese is dat de zandrivier die met de Noordzeestroming ( zie afbeelding ‘Stroming’) bij opkomend water langs onze kust stroomt, zal door het effect van de stuurbare golfbrekers zorgen voor een zandaanwas op de plekken waar we het nodig hebben. Het golfdempend effect van de drijvende en stuurbare golfdempers zijn in laboratoriumopstelling aangetoond door TU-Delft. Na nader onderzoek en optimalisatie zullen nu praktijktests uitgevoerd moeten worden. Na de aanleg van de nieuwe zandwal beschermen deze golfdempers het dijklichaam en beperken ze de zandafslag en daarmee ook de eventueel nog noodzakelijke zandsuppletie. Overigens draagt het sluiten van de kust, wat de Zeewaartse oplossing in feite doet, op zich al bij tot een toename van zandaanwas. De Voordelta voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse kust is hier een voorbeeld van. Wat de natuur uit zichzelf deponeert is blijvend. Het gaat ook geleidelijk, zonder verstoring van het bodemleven. Ook het onderhoud van de nieuwe  kustlijn zal gebruik kunnen maken van deze natuurlijke zandaanlanding. Deze duinwal wordt niet in één keer langs de hele kust aangelegd, maar in gedeelten, die met elkaar verbonden worden door dammen en sluizen. De eerste fase begint daar waar de grote rivieren in zee uitstromen en waar de kust het meest kwetsbaar is. Bijvoorbeeld het Zuidwesten met zijn diepe zeegaten (waar de stormvloedkeringen niet berekend zijn op een zee die meer dan een halve meter stijgt). Of de kust van Zuid-Holland, waar de duinenrij smal en kwetsbaar is. Uiteindelijk ontstaat langs de hele nieuwe, vrijwel ononderbroken kustlijn natuurlijke duinontwikkeling. Door aan de landzijde een ca. 3,5 kilometer breed +5m NAP woon-/natuurgedeelte aan  te leggen wordt onderspoeling van de zeewering voorkomen. Ten slotte is het systeem van drijven golfdempers om daarmee zand naar de duinwal te brengen volledig CO2 neutraal (afgezien van de fabricage). Het is immers de zeestroming die nu het zand naar de kustlijn brengt, in plaats van zandsuppletie door diesel- of stookolie verstokende sleephopperzuigers. Overigens wekken de golfdempers ook elektrische (golf)energie op.

Kustmeren & Zoet water

Als de nieuwe kustlijn in zee wordt gebouwd ontstaan er aan landzijde kustmeren of bekkens. Die worden met pompen of, zolang het nog kan, met spuisluizen op 0 m NAP gehouden en zijn nodig om rivierwater vrij te laten uitstromen, niet gehinderd door een hoog zeepeil door zeespiegelstijging of storm op zee. De bekkens zijn ook nodig om hoge rivierafvoeren tijdelijk op te vangen. Door de afstand tussen de nieuwe en de oude kust blijft de situatie aan onze huidige stranden grotendeels behouden. Wel verdwijnt het getij gedeeltelijk en zal de golfhoogte iets afnemen. In verband met de noodzakelijke bereikbaarheid van de havens van Rotterdam en Amsterdam zijn doorvaarten door de nieuwe kustlijn en dwarsdijken voorzien. Daarom ligt het voor de hand  om in drie fasen te bouwen.

Nederland overspoeld
Nederland overspoeld

Kustmeren & Zoet water

Als de nieuwe kustlijn in zee wordt gebouwd ontstaan er aan landzijde kustmeren of bekkens. Die worden met pompen of, zolang het nog kan, met spuisluizen op 0 m NAP gehouden en zijn nodig om rivierwater vrij te laten uitstromen, niet gehinderd door een hoog zeepeil door zeespiegelstijging of storm op zee. De bekkens zijn ook nodig om hoge rivierafvoeren tijdelijk op te vangen. Door de afstand tussen de nieuwe en de oude kust blijft de situatie aan onze huidige stranden grotendeels behouden. Wel verdwijnt het getij gedeeltelijk en zal de golfhoogte iets afnemen. In verband met de noodzakelijke bereikbaarheid van de havens van Rotterdam en Amsterdam zijn doorvaarten door de nieuwe kustlijn en dwarsdijken voorzien. Daarom ligt het voor de hand  om in drie fasen te bouwen. Zo ontstaan er drie bekkens (zie afbeelding ‘Fasen’). De rivieren stromen uit in deze bekkens. Naast de hoofdfunctie van tijdelijke berging van hoge rivierafvoeren kunnen de bekkens ook gebruikt worden voor opslag van zoet water. Als reserve voor droge tijden of bij tekort aan drinkwater. Voorafgaand aan de aanleg van het Zuidwestelijke bekken worden de Grevelingen en de Oosterschelde ingezet als buffer voor rivierwater en daardoor zoet. Na aanleg van het Zuidwestelijk bekken fungeren de deltadammen en de stormvloedkeringen als ‘slaperdijken’. Door dit samenstel aan maatregelen zijn we in staat de oprukkende verzilting van de bodem, die voor steeds meer problemen zorgt te stoppen. Ja, zelfs terug te dringen tot voor de Tweede Kustlijn (zie afbeelding ‘Verzilting’).

Nederland overspoeld

Zo ontstaan er drie bekkens (zie afbeelding ‘Fasen’). De rivieren stromen uit in deze bekkens. Naast de hoofdfunctie van tijdelijke berging van hoge rivierafvoeren kunnen de bekkens ook gebruikt worden voor opslag van zoet water. Als reserve voor droge tijden of bij tekort aan drinkwater. Voorafgaand aan de aanleg van het Zuidwestelijke bekken worden de Grevelingen en de Oosterschelde ingezet als buffer voor rivierwater en daardoor zoet. Na aanleg van het Zuidwestelijk bekken fungeren de deltadammen en de stormvloedkeringen als ‘slaperdijken’. Door dit samenstel aan maatregelen zijn we in staat de oprukkende verzilting van de bodem, die voor steeds meer problemen zorgt te stoppen. Ja, zelfs terug te dringen tot voor de Tweede Kustlijn (zie afbeelding ‘Verzilting’).

Passieve veiligheid

Die nieuwe bekkens zijn ook bedoeld om de rest van Nederland droog te houden. Overtollige water bij een calamiteit –  extreem hoge rivierstanden of uitzonderlijke, aanhoudende hoosbuien – wordt zo snel mogelijk afgevoerd naar de bekkens en bij de nieuwe kustlijn geleidelijk op zee geloosd door uitwateringssluizen, of -wanneer de zee te hoog is gestegen – door pompen. Zo fungeren de bekkens als nationale boezem (noodbuffer) om in te zetten bij een dreigende ramp en zijn we altijd veilig. Omdat we bij zo’n calamiteit rustig gelegenheid hebben het water tijdelijk op te slaan, heeft het plan als voordeel dat het passieve veiligheid biedt. 

In andere beschermingsplannen zijn acuut ingrijpende maatregelen nodig om bij een dreigende situatie het water naar zee te pompen. Als ook nog de elektriciteit uitvalt of er is een computerstoring, dan zitten we met de handen in het haar. 

Voordelen voor de ruimtelijke ordening

Als Nederland besluit tot de aanleg van een Tweede Kustlijn, kunnen we nog tal van andere voordelen in beeld brengen. Daardoor wordt het plaatje van kosten en opbrengsten nog gunstiger: 

  • Door de aanleg van de bekkens kunnen projecten als een tweede Schiphol, aanlandingspunten voor waterstoffabrieken of installaties voor CO2 opslag ver vanaf de huidige kust worden gerealiseerd, maar wel op opgespoten gebied. Daardoor zijn de aanlegkosten lager dan op land of in open zee.
  • De huidige kustverdediging met zandsuppleties op de bedreigde plaatsen wordt steeds moeilijker. Want bij stijgende zeespiegel zijn zulke grote hoeveelheden zand nodig dat het praktisch niet meer uitvoerbaar is. Na aanleg van deze zeewering kunnen die zandsuppleties worden gestaakt. Wel komen er mogelijk nieuwe zandsuppleties bij voor de nieuwe kust, echter deze zullen beperkter van omvang zijn door de beschermende werking van de drijvende stuurbare golfdempers.
  • De landinwaartse uitholling van de huidige kustlijn wordt definitief gestopt.

De aan te leggen taluds op de Tweede Kustlijn met een gezamenlijke lengte van ongeveer 300 km (180+5 x 24) bieden een uitgelezen locatie voor de aanleg van uitgestrekte parken met zonnepanelen. In de kustmeren kunnen, rondom de diepe gaten die voor de zandwinning zijn gebruikt (zo’n 40 meter diep), dijken worden aangelegd voor valmeren waarmee je energie kunt opslaan.

Natuur profiteert ook

De nieuwe kust en de bekkens bieden tal van mogelijkheden voor de natuur. Omdat de nieuwe kust wordt opgeworpen met zand is deze te vergelijken met de bestaande duinen. Op en achter deze duinen zullen zoutbestendig gras, heide, struiken en lage bossen ontstaan. Op het 3 km brede zandpakket achter de duinenrij is ruimte voor een rijke biodiversiteit, waaronder de den, berk en andere loofhoutsoorten. En er is natuurlijk ruimte voor een rijk geschakeerde fauna zoals eekhoorns, konijnen en vossen en tal van vogelsoorten. In het overgangsgebied tussen zandpakket en bekken kan, onder invloed van een beperkt wisselend tij een moerasachtige natuur ontstaan. In de brakke bekkens zelf  is volop ruimte voor vissen zoals de schol en de steur, maar ook ruimte voor schelpdierontwikkeling. Daarnaast biedt het bekken met zijn oevers veel ruimte voor een veelheid aan (trek-)vogelsoorten.

Vismigratie wordt gestimuleerd door de aanleg van migratierivieren op ondiepe zeevlaktes in het gebied van de nieuwe kustlijn. Het monding-gebied van deze rivieren, maar ook andere delen van nieuwe duinwal, lenen zich voor de ontwikkeling van een schorrenkust (zie afbeelding ‘Slikken en schorren’) met zijn slufters aan zeezijde. Die bieden alle voorwaarden voor zoute natuur: naast zout water ook getij, voedselrijk slib/klei en rustige omgeving. Deze schorren en slufters zijn ook geschikt voor oester en mosselkweek.

Educatieproject Kust van de toekomst

Toekomstvoorspellingen zijn meestal weinig vrolijk. Klimaatverandering is zo’n donkere wolk. Als we geen maatregelen nemen tegen zeespiegelstijging verandert onze kust. Extreme rivierafvoer, droogte en hoosbuien veranderen ons land.

Dreiging op dreiging. Maar in alle dreigingen zit ook altijd een kans. Met jonge praktijkgerichte studenten en professionals bouwen wij de maquette van onze nieuwe kust. Beter gezegd: van onze mogelijke nieuwe kusten. Er circuleren verschillende plannen. De democratie kiest.

De Tweede Kustlijn gelooft in zijn argumenten: ‘Niet opgeven, maar doorgeven!

Dat doen we op een plek waar (Water)Bouwend Nederland om draait: het N.A.P-expo center in Amsterdam. Een oer-Nederlandse uitvinding trekt internationale belangstelling en bezoekers.

Analyses van externen

‘Hybride Meebewegen’ ziet geen toekomst voor West Nederland

Het project ‘NL2120’ en het ‘Meebewegen’-plan zijn geïnspireerd door een ecologische beweging vanuit de Wageningen Universiteit. Deze stroming gaat er vanuit dat de (zoute)waternatuur in West-Nederland onder invloed van zeespiegelstijging uiteindelijk alle ruimte moet krijgen. Omdat de verdienkracht van de Randstad niet gemist kan worden is er nu een aanpassing op het oorspronkelijke plan. De plannenmakers noemen het ‘Hybride Meebewegen’: West-Nederland zo lang mogelijk levensvatbaar houden. Maar hoe lang? Henne Pauli onderzocht het.

nov 11, 2024

Derde Maasvlakte Rotterdam als start van Deltaplan 2.0   

Rotterdam blijft groeien, zowel de havens als de stad. De aanleg van een Derde Maasvlakte wordt onderzocht. Aansluiting met het plan Tweede Kustlijn biedt grote meerwaarde: zuid- en noordwaarts ruimte voor havens, groene energie, natuur en wonen. Dick Butijn geeft zijn visie op de toekomstige waarde van de Maasvlakte.

nov 11, 2024

Nieuwe stichting ‘Zee en Rivier’ voor educatie en onderzoek 

Met de oprichting van een nieuwe stichting ‘Zee en Rivier’ op 2 juli 2024 in Amsterdam wil de Tweede Kustlijn een breed veld aan activiteiten ontplooien op het brede terrein van watermanagement en landschapsontwikkeling. De denktank wil meer kennis opbouwen over de integrale benadering van waterveiligheid, verzilting, zoetwaterbeschikbaarheid, klimaatverandering (droogte, zeespiegelstijging en extreme rivierafvoer) en ruimtelijke adaptatie.

nov 11, 2024

Bouwstenen voor een blijvend veilige kust

De Tweede Kustlijn wil doorgaande zeespiegelstijging keren met de aanleg van een nieuwe duinwal met kustmeren 10 tot 25 kilometer voor de huidige kust. Zo voegen we ook heel veel ruimte toe aan West-Nederland. Deze zeewaartse oplossing is haalbaar, zeggen experts van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, consortium Zeewaarts. Een uitvoerig onderzoeksprogramma, ingediend bij de Staf Deltacommissaris, moet de Tweede Kustlijn verder onderbouwen.

nov 11, 2024

Tweede Kustlijn haakt in op Haags debat

De Haagse wethouder Rob Barker (buitenruimte, PvdD) wil badplaats Scheveningen en residentie Den Haag voorbereiden op zeespiegelstijging. Hij schetst twee routes: ‘Den Haag stad aan zee’, met behoud en versterking van de huidige kust en ‘Den Haag stad achter de duinen’, waarbij ‘in tientallen jaren’ een nieuwe brede en hoge zandige duinenrij tegen de Scheveningse kust wordt opgebouwd. Wat vindt de Tweede Kustlijn daarvan?

nov 11, 2024

Zoetwater verbetert de Zuidwestelijke Delta

De Zuidwestelijke Delta is geen natuurlijke delta, maar het omgekeerde: land aangetast door de zee. Geen land in zee, maar zee in land. Door ontwatering, veen- en zoutwinning daalde de Nederlandse bodem en drong de zee binnen met wadden en zeegaten. Gemiddeld beleefde dit gebied om de 20 à 25 jaar een watersnoodramp. Na de Watersnoodramp van ’53 bleken de kosten van een algehele dijkversterking en het Deltaplan gelijkwaardig. De baten van zoete Zeeuwse wateren voor landbouw, industrie en leefbaarheid bepaalden de voorkeur voor het Deltaplan.

apr 22, 2024

Congres Zeespiegelstijging brengt versnelling in denken

Vijf meter zeespiegelstijging kunnen we aan”, luidden de koppen van de kranten over het delta-congres ‘Ruimte voor Zeespiegelstijging’. Op 4 maart kwamen bijna vierhonderd waterbetrokkenen op uitnodiging van de nieuwe deltacommissaris Co Verdaas in Bussum bijeen om de resultaten te bespreken van drie studies naar denkrichtingen voor de gevolgen van zeespiegelstijging en toename van weers- en rivierextremen.

apr 22, 2024

Water kent geen grenzen, maar handelen we daarnaar?

Nederland is volop bezig plannen te maken tegen de gevolgen van zeespiegelstijging. Maar de zee stopt niet bij de grens. Als wij zouden stoppen bij Cadzand of de Dollard, overstromen de buren en worden we via de grenzen alsnog door het water verrast. Hoe kijken België en Duitsland naar zeespiegelstijging? En durven we met de buren het gesprek hierover aan?

apr 22, 2024

Antwoord aan de critici

De aandacht voor de aanleg van een tweede kustlijn groeit. Maar in verschillende media of in rechtstreekse commentaren wordt ook kritiek geleverd op onze voorstellen voor een nieuwe zeewering 15 tot 20 kilometer in zee, met kustmeren waar de rivieren vrij in uitstromen. In dit overzicht zetten we deze algemene kritiekpunten en ons weerwoord op een rijtje.

apr 22, 2024